Europees parlement, wees geen instrument van een binnenlandse
politieke lynchpartij
Mijnheer de voorzitter,
Ik ben niet gekomen om Frank Vanhecke te begraven, te verdedigen of
van iets vrij te pleiten. Ik sta hier om het Europees Parlement te
verdedigen, opdat het zich niet zou laten verleiden tot het opheffen
van de onschendbaarheid van Frank Vanhecke. Sta mij toe dit in 7
punten te ontwikkelen.
- Ik heb dit Parlement meer dan 50 jaar van nabij gevolgd en
met grote toewijding gediend: eerst 4 jaar als medewerker van de
studiedienst van de Belgische christendemocraten, dan 18 jaar
als Europa-correspondent o.m. voor Duitse en Nederlandse media
en voor de Vlaamse openbare radio en televisie, dan 15 jaar als
directeur perschef van dit Parlement zelf. In deze laatste
hoedanigheid was het ook mijn taak, het Parlement te beschermen
tegen allerhande aanvallen. Ik grijp graag de kans aan om die
taak, die ik van 1980 tot 1995 fervent verdedigde, vandaag voort
te zetten.
- Kringen die België te allen prijs willen behouden - zoals ze
zelf zeggen ook met onwettige middelen - willen dit Parlement
doen opdraven in een lynchpartij op de voorzitter van een partij
die België ziet als een “mislukte staat”, een failed state, die
zij democratisch en vreedzaam wil opsplitsen in een
onafhankelijk Vlaanderen en Wallonië in Europa. Hier wordt
onterecht misbruik gemaakt van het gemakkelijkste voorwendsel –
neen, geen verkiezingsbedrog, corruptie, smeergeld, of pedofilie,
maar de meest abjecte van alle misdaden: racisme. Mijnheer de
Voorzitter, in de bijna 30 jaar dat ik Frank Vanhecke ken, sinds
hij hier assistent werd van Karel Dillen, heb ik hem nooit op
enige vorm van racisme kunnen betrappen.
- Niemand mag zich achter een parlementair mandaat verschuilen
om misdrijven toe te dekken of te ontsnappen aan
rechtsvervolging. Maar ik heb de indruk dat men Vanhecke wil
vervolgen, niet voor een of ander misdrijf maar om wie hij IS;
precies wat Hannah Arendt bestempelde als totalitarisme. De
nationaalsocialisten gingen zo tewerk, Stalin liquideerde op
dezelfde wijze al zijn tegenstanders.
Vanhecke wordt vervolgd omdat hij symbool staat voor een partij
die België wil opdoeken, zoals Cato die elke toespraak voor de
Senaat in Rome besloot met de woorden “ceterum censeo
Carthaginem esse delendam”. Ook een andere Vlaamse
partijvoorzitter, Bart De Wever wiens partij kartel vormt met de
Vlaamse christendemocraten wordt om dezelfde reden verguisd en
ook de voorzitter van die andere radicaal-Vlaamse Partij Lijst
Dedecker wordt er om belaagd. Wie opkomt voor Vlaamse en Waalse
onafhankelijkheid mag zich aan de ergste represailles verwachten
- Aanklagers in deze zaak zijn totalitair denkende en
handelende figuren, die zichzelf kwalificeren als horende tot
“democratische partijen”, tja, zoals de DDR zich vroeger
“democratisch” noemde. Dit Parlement zou zich eigenlijk eens
moeten buigen over de praktijken die tegen radicaal Vlaamse
partijen worden gebruikt: doodsbedreigingen aan het adres van
gekozenen, intimidaties van leden en sympathisanten, het
gewelddadig arresteren van gekozenen hier voor dit Parlement bij
een vredelievende herdenking van Nine Eleven, de sociale en
politieke uitsluiting, het uit de vakbond zetten van leden van
het Vlaams Belang – en dat wil in België wat zeggen want
werklozensteun wordt door de vakbonden uitbetaald, die er een
bonus van 160 miljoen EURO per jaar voor ontvangen.
De zaak tegen Vanhecke is aangebracht door Freddy Willockx, ooit
Europarlementslid, vandaag burgemeester van Sint Niklaas, een
man die 14 jaar geleden bekende dat hij 5 miljoen smeergelden
uit het Agustaschandaal had aanvaard, het omkoopschandaal met
helikopters waardoor Willy Claes ontslag moest nemen als
NAVO-secretaris-generaal.
- Het totalitaire blijkt uit het feit dat de opheffing van de
onschendbaarheid werd gevraagd precies 2 dagen nadat Frank
Vanhecke na 12 jaar voorzitterschap de fakkel aan zijn opvolger
had doorgegeven – een voorzitter in functie aanpakken vond men
blijkbaar toch net iets te gewaagd. De willekeur blijkt hieruit
dat U dit dossier bij hoogdringendheid moet behandelen, terwijl
vandaag bij de Brusselse politierechtbank alleen al 47.000
inbreuken op vervolging wachten wegens allerlei geweldplegingen
en zware verkeersovertredingen als dronkenschap achter het stuur.
Het totalitaire blijkt uit het feit dat het Belgische apparaat
een tot Belg genaturaliseerde Marokkaanse terrorist genaamd
Bellirasj gedurende tientallen jaren ongemoeid moorden liet
plegen, terwijl de Marokkaanse diensten hem en andere
terroristen wél konden klissen en naast een reeks
wapenopslagplaatsen ook nog ontdekten dat deze Bellirasj
jarenlang op de payroll stond van de Belgische staatsveiligheid!
- In het licht hiervan ben ik als Belg gegêneerd dat dit
Parlement en deze Commissie in spoed is opgetrommeld voor één
zin in een persbericht uit een plaatselijk krantje uit 2005 dat
ernstige grafschendingen in Sint Niklaas toeschreef aan
allochtone jongeren. Eén zin die na enkele dagen werd rechtgezet
door een nieuw bulletin in alle brievenbussen van de stad, omdat
inderdaad niet met naam en toenaam kon bewezen worden dat het
ging om allochtone jongeren. Het waren immers minderjarigen en
dan kan de politie de identiteit niet vrijgeven!
Volgens de Belgische Grondwet mocht Frank Vanhecke als juridisch
“verantwoordelijke uitgever” trouwens niet worden vervolgd omdat
de schrijver van het bewuste stukje, een plaatselijke gekozene,
zichzelf vrijwillig had aangemeld. Maar zoals U allicht weet is
de grondwet in België allang een vodje papier. Men wou trouwens
niet de schrijver doen veroordelen maar Vanhecke pakken. Hannah
Arendt zou het met lede ogen hebben aangezien.
- De Belgische politieke toestand is meer dan ooit een
wespennest en wie hier als buitenlander in gaat roeren, weet
niet wat hem te wachten staat. Als de Juridische Commissie de
deur zou openzetten voor vervolging door het Belgische gerecht,
van één van de meest uitgesproken voorstanders van Vlaamse
onafhankelijkheid, zijn de kwalijke gevolgen voor het aanzien
van het Parlement en voor de weerslag op de publieke opinie niet
te overzien.
Om al deze redenen smeek ik het Europees Parlement, te
beginnen deze Commissie, zich niet medeplichtig te maken aan een
politieke lynchpartij en een karaktermoord op een radicaal Vlaamse
politicus met zg. racisme als goedkoop voorwendsel. België staat
vandaag voor een van de grootste uitdagingen sinds het zich in 1830
van Nederland afscheurde; het zou bijzonder onverstandig zijn als
het Parlement in die communautaire onderhandelingen partij zou
kiezen.
Mijnheer de Voorzitter, ik zei het al, ik hield dit pleidooi niet
voor Frank Vanhecke maar voor het Europees Parlement zelf, dat al
vaak genoeg door het slijk wordt gehaald.
Nawoord 1: De onschendbaar werd opgeheven door de
parlementaire commissie en nadien door de plenaire vergadering. De
rechtbank van Dendermonde sprak Frank zeven jaar na de feiten vrij.
Nawoord 2: De analogie met het slotpleidooi van Geert Wilders
dd. 1 juni 2011 op het proces tegen hem over het recht op vrije
meningsuiting is treffend maar niet toevallig. Wilders werd op 23
juni door de rechtbank van Amsterdam over de hele lijn vrijsproken.